Op sjiek
Ik maak nooit iets mee. Maar afgelopen zaterdag wel. Het was aan het einde van de middag, de schemering deed voorzichtig zijn intrede. Ik was nog snel de laatste vergeten boodschappen gaan halen. Ik ploeterde op mijn fiets met iets te zachte banden van de supermarkt terug naar huis. Het had net geregend, ik rook de herfst. De geur van rottende bladeren op het fietspad gemengd met de aardse lucht van grond die door de regen is omgewoeld. Ik ademde de geruststellende geur in van open haarden die overal in de wijk aangestoken waren, alsof het afgesproken was op de laatste buurtbijeenkomst.
De wind blies me in mijn gezicht, en bracht me zo goed als tot stilstand. Ik snakte naar een warm kopje thee met een kaneelbiscuitje. Zoals mijn oma vroeger altijd had.
Ik werd zowel op links als op rechts ingehaald door een ouder echtpaar met bijpassende windjakken op bijpassende elektrische fietsen. Zij ploeterden niet. Heel Nederlands, echtparen die zo’n twee-eenheid vormen dat ze hun kleding en fietsen op elkaar hebben afgestemd. Twee voor de prijs van een. Ik mijmerde. Tot ik hem zag.
Hij jogde me tegemoet op het fietspad, zijn hoofd slingerde bij elke stap naar links en daarna naar rechts. Zijn blik was op de grond gericht. Zijn grijze haar, overduidelijk aan een knipbeurt toe, piekte alle kanten op. Zijn handen waren tot vuisten gebald, zijn armen bewogen gedecideerd naar voren. Er sprak doelbewustheid uit zijn manier van rennen, al ging het heel langzaam. Ik schatte de man ver in de zeventig. Nu is hardlopen een sport die tot op hoge leeftijd beoefend wordt door fitte, pezige mannen in hun hardloop singlets en hoog opgetrokken sportbroeken. Ze lopen marathon na marathon. Onverwoestbaar en onverslijtbaar.
Maar deze jogger paste niet in dat stereotiepe beeld. Hij sjokte voort, in zijn wijde grijze pantalon, zwarte coltrui en een veel te ruimvallend grijs colbert. Aan zijn voeten prijkten zwarte bordeelsluipers. In zijn oren zag ik de witte dopjes van air pods. Dat maakte het hele vervreemdende beeld compleet. Mijn eerste gedachte was dat deze man verward was. Dat hij stiekem, tijdens de bingo, weg gesjokt was uit het lokale verzorgingstehuis. De air pods zeiden echter iets anders. Ik besefte dat zijn hardloopactie bewust was. Deze man had zijn muziek aangezet en was gaan rennen. In zijn normale kloffie of misschien wel zijn zaterdagse pak. Hij sjokte me voorbij, zag me niet voortploeteren. Zijn blik bleef gericht op de grond. Hij zette door. Ik zette koers naar huis en deed er een tandje bovenop.
Reacties
Een reactie posten